home
Home

 

persoonlijk
Persoonlijk

 

muziek
Muziek

 

geofictie
Geofictie

 

Muka
Muka

 

verhalen
Verhalen

 

foto's
Foto's

 

colofon
Colofon

English (Engels)Een doodlopend dorp

Het is weer nodig geworden om ons een week schuil te houden, en op internet vinden we een huisje waar dat kan, in Iens in Friesland. Het is november 2006. Twee jaar geleden hadden we op dezelfde manier een huisje in Zelhem gevonden, en dat beviel ons prima. We pakken 's ochtends in, en rijden naar het noorden met de auto die we van Laura's moeder mochten lenen. Het is prachtig herfstweer, niet koud, en de bladeren aan de bomen hebben talloze kleuren. In onze routebeschrijving staat dat we moeten parkeren op de parkeerplaats bij het haventje. Dan moeten we de schipper bellen die ons met de boot naar het huis zal brengen. Het huis is over de weg onbereikbaar.
     Iens blijkt een klein dorpje te zijn, en ligt ongeveer tussen Franeker en Sneek. Na de snelweg wordt het landschap steeds meer verlaten en wijds, met her en der een boerderij. Na een tijdje zien we in de verte een dorpje liggen waarvan we aannemen dat het Iens is. Een wegwijzer zegt dat we naar links moeten. Die weg loopt dood. Dat begint goed. Een doodlopend dorp.
     Vol goede moed rijden we erheen. Het is inderdaad heel erg klein. Na twintig meter eindigt het asfalt en worden het klinkers, en we rijden een terp op naar de kerk. Er zijn hier misschien twintig huizen. De kerk heeft een muur met twee kleuren, grotendeels geel maar de achterkant van het schip is rood. Misschien een latere uitbouw. Inderdaad wijst de weg zich vanzelf. Het loopt hier dood op de parkeerplaats (misschien plek voor tien auto's) langs een brede sloot of smalle vaart. De schipper staat er al en wacht geduldig terwijl wij onze tassen en rugzakken uit de auto zeulen. In een boot met buitenboordmotor vaart hij ons en onze bagage zwijgend naar het huisje, twee sloten verderop. Ik voel me op het water altijd in mijn element. Van verre blaft de hond ons al een welkom toe.


Sinteklazepleats

Sinteklazepleats. Klik op de foto's voor vergrotingen.


De boerderij heet Sinteklazepleats en wordt met een smalle strook gras in het geheel omgeven door sloten. Ons huisje is een gedeelte van die boerderij. Het is één grote kamer met een keuken, en een zolder waar twee bedden en een klerenkast staan. In het grasveld hopsen twee tamme konijnen rond, een witte met rode ogen en een zwart-witte. Vanwege de bruine paddestoelen, zo groot en zoveel als ik nooit eerder zag, besluiten we om niet op het grasveld te lopen maar alleen op het smalle paadje van de boot naar de deur. Even later ontmoeten we ook een spinnende poes. Voor onze deur ligt een bergje rottend hout, maar dat zal wel artistiek bedoeld zijn of zo.


poes en konijn

Poes en konijn.


De teksten die ik op twee cd's had meegenomen om te bewerken, doen het niet, en dus zit ik nu dit verhaal te schrijven. Van de televisie doet alleen Nederland 1 het een beetje (en een paar regionale zenders). Des te beter. We gaan tegen vieren nog met onze roeiboot naar Iens terug, en dan met de auto naar Wommels, het dichtstbijzijnde stadje, om er WC-papier en zaklampen te kopen. Het centrum van Wommels bestaat uit een mooi groot grasveld, waaromheen huizen gebouwd zijn. Ik roei terug in het donker, met tegenwind. Het valt niet mee, maar ik vind roeien geweldig. Laura brouwt een soepje. We hangen de randstedelingen uit en bewonderen de sterrenhemel, en gaan daarna vroeg slapen.
     Soep opscheppen uit een kopje lukt nog wel, maar verpakkingen opensnijden met het broodmes is al te lastig. En dus gaan we zaterdag naar de bewoonde wereld om een schaar te kopen. 's Ochtends zit de poes bij ons buiten op een bankje van de zon te genieten. We aaien haar een tijdje en we maken een aantal foto's. Daarna roeien we naar de overkant van de vaart en lopen deze keer over het pad tussen de weilanden naar de auto. Maar we zijn de autosleutels vergeten, en dus keren we terug. Eerst bewonderen we de kerk. De klokken luiden, maar we snappen niet waarvoor. Op het dak van de kerk staat een opvallende ster. We lopen over de begraafplaats, maar de kerk in mag niet. Bij de tweede poging roeien we weer het hele eind naar de auto.


Iens

Iens.


We besluiten naar Franeker te gaan, en kopen daar kaas op de markt en een schaar bij een boekwinkel. Het brood blijkt later de kwalificatie brood niet waard, maar het kwarkbrood is lekker. We eten op het plein in Franeker een uitsmijter en een pannekoek, maar zodra Sinterklaas voorbij komt, gaan we weer. We rijden wat rond in de auto, en zien onder meer de dorpjes Baard, Wieuwert, Hinnaart en Jorwert. Hinnaart is bijzonder. Het bestaat uit alleen een klokketoren op een begraafplaats met daaromheen ongeveer tien huizen. Een bordje leert ons dat er tot ongeveer 1870 een kerk stond en dat sinds de afbraak daarvan de graven in de buitenlucht liggen.


Hinnaart

Hinnaart.


Als we weer terugkomen, mis ik de poes. Maar zodra ik de deur opendoe en roep, komt ze op ons afgerend. Sindsdien ligt ze naast ons op de bank te spinnen, en nu ik dit schrijf op mijn schoot. Ze is gek op marsepein.
     Op zondag doen we niets. Laura leest anderhalf boek, en ik lees verhalen in mijn laptop ten behoeve van mijn website. We gaan net als gisteren vroeg naar bed, al rond half negen, en slapen wel twaalf uur. 's Nachts waait het hard. Het slaapt hier lekker, maar we denken ook dat we thuis in Utrecht met zoveel dingen bezig zijn dat slapen er doorgaans bij inschiet.
     Op maandag waait het nog steeds hard, en zo nu en dan is er ook regen bij. We hoeven bijna niet te roeien om aan de overkant te komen. Vandaag rijden we naar Sneek, vooral in de hoop er een apotheek en eetbaar brood te vinden. De apotheek vinden we al in Oostereind, maar desondanks gaan we door naar Sneek. Er is niks an in Sneek. Niets is zo mooi als Iens. We zitten eventjes achter een warme chocolademelk, en dan gaan we weer. Wel kopen we in de uitverkoop een fleece-vest en sokken, en zoeken we in vele sport- en fourniturenwinkels naar iets dat een koordstopper blijkt te heten. Eenmaal weer thuis blijken we een buurman te hebben, die "semi-permanent" in het andere appartement woont, en om half elf hard muziek maakt of iets dat daarop lijkt.
     Dinsdag worden we om half negen wakker. Het is prachtig weer, en dus besluiten we om een eind te gaan roeien. Maar eenmaal op zee begint het hard te regenen, en we keren al snel weer om, om op bed thee te gaan drinken. Na een tijdje horen we de poes mauwen, en we laten haar binnen. Maar ze wil niet zo graag naar boven komen, en al helemaal niet op bed. Ze blijft bij de trap, in het laatste streepje zon. Na een tijdje mauwen bij de deur begrijpen we dat ze niet naar buiten wil maar dat ze wil dat de deur openblijft. Het weer is mooi genoeg, en de rest van de dag wandelt ze naar binnen en buiten. We eten pasta met een lekker pijnboompitprutje en uien en 's avonds lees ik Laura het begin voor van Lijmen door Willem Elsschot. Ze is moedig en vraagt de buurman of de muziek zachter kan. Het kan.


Laura roeit

Laura roeit.


Poekie

Laura heeft de poes Poekie genoemd.


Laura en Poekie

Laura met Poekie op de bank.


's Ochtends heb ik korte tijd hoofdpijn. Ook Laura voelt zich niet opperbest. Toch gaan we op pad. Vandaag rijden we naar Stavoren, en we zien Rode Klif en Hindeloopen. In de middag zijn we alweer thuis, na een kort bezoek aan Wommels voor de boodschappen. Vandaag zijn de tweede kamer-verkiezingen, maar het is ons niet gelukt op tijd een machtiging of kiezerspas aan te vragen. En dus kunnen we niet stemmen. Een democratie wordt gemaakt door alleen de geordende mensen in een samenleving. We slapen van vier tot zeven, daarna lees ik de rest van Lijmen voor en eten we een klein beetje, en we slapen nog meer van tien tot half tien. Wat een geslaap.
     Hoewel de boer een bouwbedriuw heeft, blijven we hem de boer noemen. Tenzij hij vaart, dan is hij de schipper. Het is inmiddels donderdag, onze laatste dag hier. Het regent en waait flink, en dus besluiten we om binnen te blijven. We krijgen heimwee, of beter gezegd: internet- en televisiewee, en we spelen met het idee om te vertrekken. We zetten een cd op van Arthur Brown, en daar is ook poes weer. Okee, we blijven. Nee, toch niet. Laura is weer de moedigste van ons twee, en belt de schipper. Hij is een beetje verbaasd, maar we mogen vertrekken. Er is alleen een standaardje voor een waxinelichtje kapot gevallen, maar we laten wel een schaar achter. Hij kan ons niet brengen, dus we moeten zelf roeien. We pakken in en we gaan.


naar het begin van de bladzijde